Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet tot instelling van een gemeente Dronten

 

Artikel 25
1
Ten aanzien van de vergoedingen van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" over het op de dag van inwerkingtreding van deze wet lopende kalenderjaar, toekomende aan het bestuur van een in het in artikel 2 omschreven gebied gevestigde bijzondere lagere school, geschiedt de vaststelling, bedoeld in artikel 103, tweede lid, en artikel 103bis der Lager-onderwijswet 1920, door de Landdrost van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders". De hieruit voortvloeiende inkomsten of uitgaven komen ten bate of ten laste van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders".
2
De vaststelling, bedoeld in artikel 55ter, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920, over het op de dag van inwerkingtreding van deze wet lopende kalenderjaar, geschiedt ten aanzien van de in dat jaar in het in artikel 2 omschreven gebied gevestigde openbare lagere scholen, door de Landdrost van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders".
3
Bij de toepassing van artikel 101, vierde lid, der Lager-onderwijswet 1920 voor het op de dag van inwerkingtreding van deze wet lopende vijfjarige tijdvak wordt de extra-vergoeding bepaald op de som van enerzijds het overschrijdingsbedrag per leerling, berekend over de kalenderjaren vóór de dag van inwerkingtreding van deze wet en anderzijds het overschrijdingsbedrag per leerling in de gemeente Dronten, berekend over de overige jaren van het vijfjarige tijdvak. De hieruit voortvloeiende uitgaven, betrekking hebbende op de kalenderjaren vóór de dag van inwerkingtreding van deze wet, komen ten laste van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders".


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •